Het begin in Schiedam


In 1917 vestigde zich een deel van het Rotterdamse bedrijf  “Wilton’s Machinefabriek en Scheepsbouwbedrijf” in de gemeente Schiedam. Dat bedrijf zou uitgroeien tot één van de grootste scheepswerven van Nederland. Het maakte snel furore toen het in 1920 de hand kon leggen op het “Pola-dok”, in 1914 gebouwd bij de Duitse werf Blohm & Voss in opdracht van de Oostenrijks-Hongaarse Marine en bestemd voor de haven Pola bij Triëst. Maar de Eerste Wereldoorlog verijdelde dat en Wilton kocht het dok. In 1929 ging dit bedrijf een fusie aan met de werf “Fijenoord” in Rotterdam en bestond verder als N.V. Dok- en Werfmaatschappij Wilton-Fijenoord. De bedrijfsdelen “Wilton en “Fijenoord” bleven echter nog min of meer zelfstandig bestaan tot 1932 en daarna als afdeling nog tot in de jaren ’70. Schiedam werd wel de hoofdvestiging en duizenden Schiedammers, vele Rotterdammers, Vlaardingers en andere werknemers uit de regio, hebben er bijna zestig jaar lang hun brood verdiend, tot 1983.

Toen trof de RSV-affaire ook dit bedrijf en op 7 mei 1984 kwam het in surseance van betaling. Na de opheffing daarvan bestond het nog een periode als reparatiewerf. Het einde was echter nabij en tenslotte werd de Schiedamse werf verkocht.

Een korte periode was de Yssel-Vliet-Combinatie (YVC) bezitter en daarna werd Damen Shiprepair Rotterdam B.V. eigenaar. De sterk verkleinde werf gaat nu verder als reparatiebedrijf onder de naam Rotterdam United Yard. De tijd dat Wilton-Fijenoord voor een belangrijk deel de geschiedenis van Schiedam en haar inwoners meebepaalde, was ten einde.

De kleine en grote hallen van het voormalige Wilton-Fijenoord in Schiedam werden ontmanteld, met uitzondering van de “Timmerwinkel”. Uiteindelijk kwam nog een restant van Wilton-Fijenoord in handen van bedrijvendokter J. van den Nieuwenhuizen maar de gouden tijden zijn definitief voorbij.

Tekst: Ser Louis / Scyedam 30e jaargang nr. 2 mei 2004


Wilton-Fijenoord Museum 2021